· 

kerndoel 54

 “In onze wereld worden we vooral opgemerkt en gewaardeerd om wat we doen. Alsof ons 'er zijn' op zich geen werkelijke betekenis heeft.” las ik afgelopen week in een nieuwsbrief. Ik moest meteen denken aan expressie. Expressie heeft alles te maken met het er 'zijn'.  Je geeft immers door je gevoelens en ervaringen te uiten een stukje van jezelf bloot.  Expressie is een gevoel dat je uit met je gezicht, je gebaren, je muziek of andere kunstvorm. 

 

Afgelopen woensdag was ik aan het schilderen met twee dames die beide moeder zijn van twee kinderen. Het gesprek ging over expressie op school. De ene moeder vertelde dat haar zoon vaak gefrustreerd uit school komt omdat hij nooit eens mag tekenen wat hij wil maar altijd precies moet doen wat de juf zegt. De andere moeder vertelde dat haar kind op het rapport altijd goedjes had gehad voor expressie. Iets wat onlosmakelijk bij haar dochter hoorde en dit was door de leerkrachten ook altijd benoemd. Opeens was zij in die beoordeling gezakt. Zij begreep dit niet en haar dochter al helemaal niet. Die had het gevoel minder goed te zijn geworden in haar 'zijn' legde moeder uit.

Kijkend naar de kerndoelen die worden gesteld aan expressievakken in het basisonderwijs (kunstzinnige oriëntatie) zegt kerndoel 54 het volgende: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en te communiceren.
Als je een kind gaat vertellen dat het zich moet uiten op een manier zoals jij dat wilt (zoals in het geval van de zoon) heeft dit niets te maken met een kind leren uitdrukken en communiceren maar alles met het aanleren van een manier. Jouw manier. Dit kan zorgen voor frustratie en een 'laat maar' houding. Een kind minder of negatief beoordelen (zoals bij de dochter) kan zorgen dat het zich onzeker gaat voelen en het zich niet meer dúrft uit te drukken.
Nou wordt er in het onderwijs  verwacht dat je het werk van de kinderen beoordeelt. Weet daarom goed volgens welke criteria je dit doet en leg deze ook uit aan kinderen, zodat ze niet het gevoel krijgen op hun  te worden afgerekend.

 

 Als je na je lessen gesprekken voert met de kinderen over het gemaakte werk zonder daarbij een oordeel of iets mooi is (want mooi is een persoonlijke mening), kan je het hebben over wat ze hebben ervaren. Je kan ze over wat de verschillen en de overeenkomsten in de werken laten benoemen. De kinderen zullen hierdoor leren dat er verschillen zijn in manieren van uiten en in manieren van zijn. (En daarmee heb je dus meteen kerndoel 55 te pakken). Soms hebben ze iets gemeen met de één en soms met de ander. Of soms met niemand. En dat is ook prima. Op deze manier neem je het stukje 'zijn' mee in je les en geef je kinderen het gevoel dat je ze ook serieus neemt en ze ziet.

 

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0